In dit artikel gaan we dieper inzoomen op de visserij die voorbijkomt in de Karper Challenge video die we opgenomen hebben in juni 2019. In deze video vis ik op een cultuurwater die je in veel woonwijken aantreft. Het karper bestand is echter niet te vergelijken met die van een commercial, maar toch zwemt er juist op dit type water meestal een mooi bestand aan grotere karpers die perfect met de feederhengel te vangen zijn. De drukte rondom deze wateren verraad dat deze visserij enorm populair is. Deze drukte bepaalt voor mij de te kiezen strategie. Er is namelijk één sterk onderdeel dat duidelijk naar voren komt op deze vijvers; er wordt stereotiep gevist. De code die gekraakt dient te worden is afwijken van het standaard patroon. Anders doen dan anderen is basisregel nummer één. De vaste patronen zijn te verdelen in drie categorieën: Stekdressuur, aasdressuur, montage dressuur. In dit artikel laat ik jullie zien hoe ik de vaste patronen probeer te omzeilen.

Stekdressuur

Laat ik beginnen met een uitleg over de stereotype visserij die ik bespeur op cultuurwateren en het fenomeen stekdressuur. Wanneer je een situatie hebt waarin er één lelie veld op de gehele vijver aanwezig is, dan weet ik meteen al waar er het meest gevist wordt. Ook weet ik dat de karpers juist op zo ’n populaire vis plek enorm op scherp staan. Dit heet stekdressuur dat aangewakkerd wordt door de continue dreiging die vanuit zo ’n stek uitgaat. De karpers komen er weliswaar nog wel, maar pakken het aas erg wantrouwend met extra losschieters als gevolg.

Dit is een belangrijke reden waarom ik dit soort plekken meteen ontwijk. Ik mijd dus altijd de overbeviste, populaire stekken om de stekdressuur te doorbreken. Op iedere vijver zijn hoekjes en plekjes waar niet of in ieder geval een stuk minder gevist wordt. Op cultuurwater wordt het meest een korte feederhengel gebruikt. Deze hengels drillen fantastisch maar hebben echter een beperking en dat is de accurate werpafstand. In de Karper Challenge video zien jullie hoe ik op een cultuurwater gebruik maak van een Horizon XS Class 3.60 of de Horizon XS Slim 3.50 meter feederhengel. Vooral de XS Class is een hengel die erg nauwkeurig werpt maar waaraan je prima een karper kunt vangen.

Ik maak gebruik van deze (strakke) hengels om ver gelegen of moeilijk aan te werpen stekken te bevissen. Met dergelijke hengel ben je dus in staat om op stekken te vissen die voor het merendeel buiten het bereik ligt en dus minder of niet bevist worden. Juist daar huizen de karpers en het is pure winst als je zo ’n gebied makkelijk kunt aanwerpen. Alleen al de worp is dus een belangrijk onderdeel van mijn strategie. Om de stek zo min mogelijk te verstoren wil ik niet herhaaldelijk inwerpen totdat het naar mijn zin is.  Ik gun me hierin een minimale foutmarge die zwaar meeweegt in de keuze van de hengel. Ook tijdens de Challenge kwamen alle aanbeten op minder dan één meter van de overkant. Dit betrof een worp van iets meer dan veertig meter. Iedere worp was snaar strak en de montage belande precies waar ik hem hebben wou. Dat was me niet gelukt met een soepele, korte feederhengel.

 

Montage dressuur

De methodfeeder of een montage met voerkorf wordt veel gebruikt op een cultuurwater. Tja, daar gaan we weer; ik mijd deze systemen. Vooral op cultuurwateren waar dus een heel ander bestand zwemt dan op een commercial, mijd ik zoveel mogelijk lokvoer of kleine pellets. Geef mij maar harde aassoorten die de witvis niet aanspreekt. Iedere witvis die ik haak geeft onrust. Niet alleen tijdens de dril, maar ik mag ook weer opnieuw aanwerpen. In 80% van mijnvisserij gebruik ik de zogeheten helikopter-rig zoals op de foto te zien is.

Het betreft een multi-inzetbaar systeem met een aantal grote voordelen. Het lood en de onderlijn is snel te verwisselen. Indien er een dikke blubber laag aanwezig is dan verplaats ik het stuitje op de hoofdlijn naar achteren. Tijdens de worp klimt de onderlijn tegen de hoofdlijn op. Tijdens de landing zakt het lood in de blubberbodem maar de onderlijn ligt er perfect bovenop. Een ander voordeel is dat deze montage nauwelijks in de war werpt. Ik maak vaak gebruik van dunne gevlochten onderlijnen (0.10 mm Matrix Submerge feederbraid). Dit is een bijzondere soepele onderlijn en geschikt voor het vissen op kleine karper aan licht materiaal. Doordat deze onderlijn zo soepel is, kan het snel in de war geraken tijdens een worp behalve bij de helikopter montage. Het loodgewicht kies ik zo licht mogelijk. Meestal vis ik niet zwaarder dan 25 tot 35 gram. Met deze gewichten ben ik in staat om 40 tot 50 meter te werpen in combinatie met de zojuist genoemde hengels. Het mooie is; de impact van het lood tijdens de landing op het water is zeer gering. Ook dit verstoord de vis minder en zeker op een water waar je niet ieder uur een aanbeet krijgt acht ik dit belangrijk.

Aasdressuur

Als ik een rondje maak rondom een cultuurwater dan zie ik drie populaire aassoorten. Blikmais, pellets en boilies. Aas dat goed is blijft goed, maar in witvisland zie ik toch opmerkelijk beperkte keuzes. Tijdens de Challenge video opnames viste ik met tijgernoten. Dit nootje is onbekend in witvis-land maar niet meer weg te denken in de karpervisserij. De karpers zijn dol op deze nootjes die bovendien goed betaalbaar zijn.

Er gaat een eenvoudige maar essentiële bereiding aan vooraf. Belangrijk; voer geen zaden of noten rauw.  De tijgernoten dienen eerst een dag onder water te worden gezet. Na ongeveer 24 uur kunnen ze 10 tot 20 minuten gekookt worden in ruim water. Laat de nootjes afkoelen in het kookwater waarin ze behoorlijk in omvang zullen toenemen. Als het water afgekoeld is zijn ze klaar voor gebruik, maar wanneer je ze een tot twee dagen in het kookvocht laat staan ontstaat er een snotterige zetmeelpap. Dat is goud!

 

De tijgernoten hebben een zoete smaak en zijn erg hard. Hierdoor krijg je minder snel aanbeten van witvis. Bij de aanschaf van tijgernoten zoek ik een partij die groot en vooral redelijk rond zijn. Je kunt namelijk een ronde tijgernoot een behoorlijke eind wegschieten met de katapult. Dat is één van de redenen waarom ik graag met mini-boilies en tijgernoten vis en voer want ik kan mijn voer met de katapult op de stek krijgen, zelfs als ik op grotere afstand vis. Een tijgernoot is echter nooit perfect rond, zoals een boilie dat wel is, en zal daardoor niet altijd de gewenste richting op gaan tijdens het voeren met de katapult. Dit is echter helemaal geen nadeel. Een ruimere voerplek laat de vissen veel meer zwemmen tijdens het azen en hierdoor werkt een zelfhakend systeem vaak beter dan wanneer deze bovenop een bultje voer gepresenteerd wordt. Vaak voer ik mijn tijgernoten en boilies bewust verspreid, ook weer om de dagelijkse patronen te omzeilen.

Zojuist hebben we kunnen lezen dat het vissen op grotere afstand een voordeel kan zijn en aassoorten zoals boilies en tijgernoten ondersteunen de tactiek hierin. Ik hoef dus geen voerkorf of iets dergelijks te gebruiken om voer op de plek te krijgen ,maar kan gewoon van een licht loodje gebruik maken met alle voordelen die we reeds aangehaald heb.

Inmiddels zijn we aanbeland bij de laatste tip. Om het gewicht van de haak te compenseren, monteer ik graag een stukje foam in de tijgernoot. Met een klein boortje maak ik een centraal gat in de noot waarna ik er een stukje foam in monteer. Belangrijk is dat de hair dwars door het foampje gemonteerd wordt. Ik maak gebruik van de FOX foampjes, vindbaar in de karperafdeling van de hengelsportzaak. Als het foam in de tijgernoot gemonteerd is kun je er net zoveel afknippen totdat de montage langzaam naar de bodem daalt. Wat je ook kunt doen is simpelweg een loodhagel op de onderlijn plaatsen en de tijgernoot als een pop up vissen.

 

Tekst en fotografie / Herwin Kwint

 

.