Op welk tijdstip in de vissessie doe je een bepaalde handeling en hoe kom je in een ritme terecht? Zomaar twee hersenbrekers voor de mannen die competities vissen. Er zijn een aantal handigheden om de juiste timing en een ritme te vinden. Handigheden die ook voor de recreatieve visser voor betere vangsten kunnen zorgen. In dit artikel gaan we proberen om hier iets dieper op in te gaan.

Intervalllen

In de wintervideo van Glen en Kristof op ’t Mun zien we dat Kristof bij het feedervissen gebruik maakt van ‘intervallen’. Een interval is de tijdsduur (periode) vanaf de inworp tot aan het moment dat de montage weer binnen wordt gedraaid. Een goed gekozen interval is belangrijk en afhankelijk van veel variabele factoren. Wie zijn interval kan finetunen zal uiteindelijk meer vis weten te vangen.  Bij het finetunen ga je op zoek naar het moment van de aanbeet na de inworp.

Waar je dus op let is wanneer de aanbeet komt. Komen de aanbeten iedere keer binnen 6 minuten na de inworp, dan is het logisch dat je geen kwartier (of nóg langer) stug door vist zonder aanbeet. In zo ’n situatie is er waarschijnlijk iets niet helemaal in orde. Komen de aanbeten na twintig minuten na de inworp, zoals we vaak in winter of slechte periodes zien, dan is het raadzaam om de twintig minuten volledig uit te vissen voordat je weer opnieuw inwerpt. Het is dus niet raadzaam om in dergelijke situatie iedere tien minuten de montage van voer te voorzien en opnieuw in te werpen. De bedoeling is dus om een bepaalde ‘feeling’ te krijgen om een goed besluit te vormen met betrekking tot het opnieuw inwerpen (of bijvoeren van de stek).

 

Tekens opnieuw inwerpen, of toch niet?

Er zijn veel variabele factoren die een interval bepalen. Geen dag is hetzelfde, zo leert de praktijk, en uiteindelijk dien je vaak op de visdag zelf de interval te finetunen. Hiervoor is een timer of stopwatch een belangrijk instrument om enige houvast te krijgen. Daadwerkelijk de tijd opnemen van inworp tot aanbeet is beter dan dit op het gevoel inschatten. Vooral in slechte periodes, denk aan de winter of bij sterk wisselende temperaturen, geeft een interval je dus houvast en een stuur in handen. Voor veel vissers is de verleiding groot om telkens opnieuw in te werpen, maar wie zijn aanbeten gaat timen weet dat dit niet altijd wenselijk is. Let wel; In de zomer, als de vis volop aast en iedere aanbeet kort na de inworp komt, is het timen van een interval beslist niet nodig. Op zo ’n moment gaat de aandacht veel meer naar de tijdsduur van een dril of naar een montage waarbij je de minste losschieters hebt om zoveel mogelijk uit de tijd te halen die een wedstrijd of visdag duurt.

De gevonden interval verkorten

Het spelletje gaat nog een stapje verder want op het moment dat je een juiste interval hebt gevonden dan kan de trukendoos nog verder geopend worden. Immers, het doel is om die intervallen zo kort mogelijk te krijgen. Het formaat van de korf of method speelt hierin een belangrijke rol. Waar vraagt de situatie om? Vaak en weinig voer (kleine korf of method) of met minder regelmaat maar met veel voer (grotere korf/method). Bij langere intervallen wordt er vaak voor een grotere korf/method gekozen zodat er toch enigszins een voerplekje ontstaat.

Lijnzwemmers

Naast het timen van de aanbeten is er nog een andere manier om de toe te passen tactiek een richting te geven. De hoeveelheid lijnzwemmers geven een duidelijke indicatie over de activiteit van de vis. Wanneer je meteen aan het begin van de visdag weinig lijnzwemmers kunt noteren, dan weet je bij voorbaat al dat je beter geen positieve houding kunt nemen. Voorzichtigheid met de hoeveelheden voer en aas of de intervallen verlengen is op zo ’n moment het advies. Wanneer je veel lijnzwemmers krijgt, maar de aanbeten blijven uit, dan is er iets niet in orde. De aanbeten dienen vaak in relatie te zijn met het aantal lijnzwemmers. Anders gezegd; krijg je veel lijnzwemmers maar geen enkele aanbeet dan is er meestal iets niet helemaal in orde. Een lijnzwemmer wordt het best gedetecteerd door een zo dun mogelijke feedertop. Een lijnzwemmer herken je aan het geleidelijk krom buigen van de top welke daarna snel weer terugveert. Ook bij de dobbervisserij zijn lijnzwemmers prima te zien, de dobber kantelt dan zijwaarts in het water. Ook dit is een duidelijke indicatie dat er vissen aanwezig zijn onder de dobber.

Kleine details

Iedere wedstrijdvisser is op zoek naar een bepaald ritme. Valt het ritme weg, dan wordt bepaald of er een aanpassing nodig is of dat dit een gevolg is van buitenaf (bijvoorbeeld jagende snoek of futen over de voerplek). Het ritme vinden is één, het ritme vasthouden is de grote twee. Het aas een centimeter dieper of ondieper aanbieden of het onderlijntje nét even iets korter of langer maken, zijn zomaar een aantal kleine keuzes die het ritme kunnen herstellen. Een mooi voorbeeld hiervan zien we in de video ‘Wintervoorn’ met  Richard. Hier zien we duidelijk hoe hij zijn ritme vind door een paar piepkleine aanpassingen. Tijdens de eerste fase van de sessie bemerkt Richard al meteen dat er weinig lijnzwemmers zijn. Het bijvoeren wordt hierop aangepast. Het water in kwestie is niet diep en als de voorn er in grote getalen zijn dan krijg je hiervan een indicatie van in de vorm van lijnzwemmers.

 

In het begin vang Richard veel baarzen in plaats van de beoogde grote voorns. Duidelijk wordt dat de voorns nog niet op zijn stek aanwezig zijn. Om niet teveel baarzen op de stek te verzamelen worden er geen maden meer bijgevoerd en wordt het percentage hennep iets verhoogd.  Na verloop van tijd arriveren de eerste voorns maar ook enkele kleine brasems. Niet één maar twee casters op de haak laat vervolgens al een verbetering zien om de grotere exemplaren te selecteren. Vanaf dat moment wordt de juiste diepte gezocht om selectief de grote voorns te vangen. Op het moment dat de twee casters aan de haak slechts één centimeter boven de bodem gepresenteerd worden, is de finetuning compleet en ontstaat er een goed ritme. Bij ieder vangst wordt er direct na het onthaken een tiental korrels hennep en evenveel casters gevoerd. Niet meer, niet minder, precies goed om de gang erin te houden.

Het fraaie is dat we hier spreken over piepkleine details, maar door sommigen als grote geheimen worden beschouwd. Toch zien we hier een visser die het eenvoudig houdt en zich toespits op de details die daadwerkelijk tellen. Wil je je visserij optimaliseren? Gebruik dan de signalen die je krijgt vanuit de onderwaterwereld en gebruik ze om je visserij te sturen.

Foto’s en tekst

Herwin Kwint